zaterdag, februari 23, 2002

Weerzien
Ik neem eigenlijk nooit nog de tram. Als ik gewoon in de stad of omstreken moet zijn neem ik bij mooi weer de fiets, anders de auto, of ik ga te voet. Vandaag wilde ik even naar een winkeltje op Linkeroever, vlakbij maar wel met de Schelde in de weg. Geen zin in Lucy (zo heet mijn autootje, maar dat wisten jullie al, he?), geen weer om te voet te gaan, dus de tram nog eens genomen. Herinneringen van een Lucy-loos tijdperk kwamen weer boven en plots wordt mijn nostalgie gebroken door drie mensen die me staan aan te gapen alsof ik een attractie in de zoo ben. Twee vrouwen, bloedmooi en ik denk marokkaans, en een kerel. Ik kijk terug naar de vrouwen en ik vraag me af hoe ze op die schoenen kunnen. Prachtige schoenen maar ontzettend spits en met een hele hoge hiel en dan nog open en zo, en met dit weer. Ik besef dat ik alweer op mijn platte en gemakkelijke schoenen loop. Bon, ze zitten me dus aan te staren, ik kijk op, maar laat me niet verstoren. Omdat ze blijven gapen, kijk ik voor het eerst eens naar de mannelijke helft van het gezelschap. Ja hoor, Musti ! De man die gekend staat als de big brotherbewoner die het bier 's nachts stiekem wegkieperde. Je mag ervan zeggen wat je wil, maar het is een sympathieke knul. Even gedag gezegd. Hij kende me nog als 'die toffe van 't internet' (Echt waar. Nie gelogen), maar mijn naam kon hij zich niet meer herinneren. Even gebabbeld. Wat doe jij nu? Ooh, interessant. En zie je de rest nog? In die stijl. Toen kwam de tram. Ikke erop. Hij moet tram drie hebben. Naar Merksem. Natuurlijk. Daar woont hij. Een weerziens van een minuut of twee, maar ik zit weer helemaal met mijn hoofd bij die bewoners.
Gek hoor: je zit er twaalf uur per dag, bijna zeven op zeven naar te kijken en te luisteren, 106 dagen lang, en dan opeens niks meer. Het is alsof ik hen heel goed ken, en zij weten niet eens mijn naam. Gek.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage