vrijdag, maart 28, 2008

Stelling
Laat ons, om te beginnen, uitgaan van een stelling. Ik stel dat het in onze cultuur niet echt aanvaard is om aan je kruis te zitten friemelen in het openbaar. Akkoord? Oke. Wat is dat dan toch met al die mannen, die hun hand in hun broekzak steken, en zo - via die broekzak- alles even op z'n plaats proberen te leggen? Waarom doen die dat ? Denken ze dat we dat niet merken, als ze het via hun jeans-zak doen? Denken ze dat het niet echt als friemelen geldt, als ze gewoon met hun hand in hun jeans zitten? En hoe verkeerd kan het eigenlijk allemaal liggen? Nouja, het stoort me. Ik zie het echt al te vaak...

donderdag, maart 13, 2008

Ik dacht...
Ik dacht, ik moest nog maar es iets zeggen. Wellicht hield de laatste lezer het enkele maanden geleden al voor bekeken, maar dan nog moest ik maar es iets zeggen. Ik heb de eerste kinderziekte overleefd. Nuja, het kleine mannetje heeft de eerste kinderziekte overleefd. En niet eens een echte kinderziekte. Gewoon een bronchitis en wat koorts. Nu kan ik er behoorlijk luchtig over doen ("gewoon een beetje koorts"), maar ik vond het boel erg voor het kleintje. Maar hij is sterk en na een paar dagen hoesten en proesten, werd hij weer zijn vrolijke zelf. Ik had er uiteraard meer last van dan hij zelf. En mijn liefje zal dan weer wel last gehad hebben van mij. Maar ik ben de mama, dus dan mag het.
En ik ben gestopt met borstvoeden. Acht maanden was genoeg. Maar, ik vond het helemaal geweldig. Een pleidooi voor een baby aan de borst is wellicht hier niet op z'n plaats, maar ik wil toch even meegeven -en dat mag want ik heb toch geen lezers meer- dat het fijn was. En het was ook moeilijk en vervelend en vermoeiend. En vermoeiend ook. Zei ik al vermoeiend? Maar het was mijn moment. Ons moment. Een warm lijfje, een knuisje op mijn borst, die grote bruine ogen die me van dichtbij heel erg wonderlijk aankeken, die grote glimlach nadien, en dat soort van 'understanding' tussen ons twee. Nu hij niet meer aan mijn borst drinkt, lijkt het baby'tje plots weg. Plots is het een meneertje, dat door iemand anders in leven wordt gehouden dan door mezelf. Dat ligt natuurlijk aan mij, liefje merkt helemaal geen verschil. Maar toch, hij is plots zo groot geworden. Frits eet nu appel en druifjes en koek, oh, hij eet graag koek. En boterham en tomaat en cracotte. Hij is flink.
Oh, en het worden twee jongens ! De tweeling. Twee jongens ! Het worden kereltjes. Ik heb ze Arend en Barend genoemd. Klinkt beter dan baby A en baby B, vind ik.